Tijdens de Bisschoppelijke Jubileumsynode van de Russisch-Orthodoxe kerk, die van 13 t/m 16 augustus van het Christelijke jubileumjaar 2000 te Moskou werd gehouden is een bijzonder document aangenomen met de titel: 'De grondslagen van het sociale concept van de Russisch-Orthodoxe kerk' Het document, dat is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van Metropoliet Kyrill van Smolensk, hoofd van de kerkelijke afdeling voor Buitenlandse Betrekkingen, bestrijkt het gehele scala van de maatschappelijke en ethische aspecten in het denken van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Het document is bijzonder om verschillende redenen. Om te beginnen is het de eerste keer dat een Orthodoxe Kerk officieel met zulk een uitgebreid document over haar maatschappelijke positie en stellingname, vanaf de officiële Kerk-staat relaties tot en met de persoonlijke moraal van de individuele orthodoxe gelovige, naar buiten treedt. Daarnaast betreft het hier een Kerk die 75 jaar lang, bijna de gehele twintigste eeuw, één van de meest gruwelijke christenvervolgingen uit de geschiedenis van het Christendom heeft moeten ondergaan, waarbij men haar niet slechts uiterlijk heeft trachten te vernietigen, maar middels de 'infiltratiepolitiek' sinds Chroetsjov ook innerlijk. Na op deze wijze bijna een eeuw lang afgesloten te zijn geweest van alle maatschappelijke, kerkelijke en theologische ontwikkelingen in de rest van de wereld, is het een bijzondere prestatie dat de Russische Kerk na tien jaar moeizaam herstel temidden van een turbulente maatschappelijke omwenteling, een samenhangende, zowel bijbels als patristiek goed onderbouwde totaalvisie presenteert op haar maatschappelijke en sociale opdracht in een moderne wereld. Voorts heeft men zich op geen enkele wijze laten verleiden tot een knieval voor de moderne (met name Westerse) tijdgeest ten koste van het Orthodoxe gedachtegoed. En dat maakt dit document tot een puur Orthodox geschrift, dat met zijn afwijkende politieke, theologische en ethische uitgangspunten en conclusies, een verfrissend Byzantijns alternatief biedt voor het gangbare Westerse religieuze gedachtegoed in deze. Naast het typische Orthodoxe karakter van dit document, draagt het ook een heel duidelijk Russisch stempel. In de beschouwingen over de relaties tussen Kerk, volk en overheid, ontwaart men niet slechts een diep Byzantijns bewustzijn, maar vindt men tevens de neerslag en, zo men wil, de frustraties van een milleniumlange geschiedenis van de betrekkingen tussen de Russische Kerk en de verschillende staatkundige overheden die Rusland heeft gekend: De Kiëvse periode, waarin het Byzantijnse ideaal van de symfonia een hoogtepunt bereikte; de Mongoolse periode, waarin de Russische Kerk niets anders kon doen dan in een barbaarse omgeving binnen haar mogelijkheden de nationale traditie bewaren; De Moskovische periode, waarin de opkomende Russische vorsten steeds machtiger werden ten koste van de invloed van de Kerk; de Petersburgse periode, waarin de Kerk geheel ondergeschikt aan de staat werd gemaakt en zelfs de Patriarch werd vervangen door een Synode naar Protestants voorbeeld; de Sovjetperiode, waarin een atheïstische en absolutistische staatsmacht de Kerk bijna heeft vernietigd om vervolgens het restant ondergeschikt te maken aan haar eigen doeleinden; en tenslotte de Post-communistische periode, waarin zowel de maatschappij als de Kerk trachten zichzelf en hun relaties tot elkaar te hervinden om een nieuw Rusland op te bouwen, zonder daarbij een kopie te willen worden van de Westerse wereld. Een mooi voorbeeld van dit laatste is de manier waarop de schrijvers in Hoofdstuk III hebben getracht het Byzantijnse ideaal gestand te doen in een moderne samenleving zoals die zich momenteel in Rusland ontwikkelt. Hoewel men zich in de meest vreemde bochten heeft moeten wringen om een en ander met elkaar in overeenstemming te brengen en men daar in sommige gevallen zeker niet in is geslaagd, wordt er toch een duidelijke visie gepresenteerd op het samenwerkingsverband tussen Kerk en staat in Rusland, al staat dit vaak haaks op de Westerse opvattingen. En het interessante is, dat het huidige staatsbestuur van Rusland uit mensen bestaat, die precies dezelfde Russische geschiedenis met zich meedragen en in hun contacten met de Kerk in dezelfde denktraditie tot afspraken en samenwerking komen. Degenen die zich aldus druk maken over de nieuwe Kerk-staat verhouding in het huidige Rusland, of niet begrijpen waarom de Russische Kerk (vaak met behulp van de overheid) zich verzet tegen geïmporteerde godsdiensten en de instelling van een Rooms-Katholiek episcopaat op Russische bodem, vinden in hoofdstuk II en III het gedachtegoed dat aan deze opstelling ten grondslag ligt. Ook wordt de mentaliteit van de Orthodoxe Balkanlanden en hun opstelling tijdens de recente oorlogen aldaar na het lezen van hoofdstuk II wat begrijpelijker. De ethische component in dit document is daarentegen universeel-Orthodox, en voor Russische begrippen tamelijk progressief. Het is duidelijk dat men zich in grote lijnen heeft laten leiden door de ethische geschriften die de laatste decennia in het Westen door met name Griekse en Grieks-Amerikaanse Orthodoxe auteurs zijn gepubliceerd. Hoewel dit document, gezien haar aard, in de uitwerking van de ethische vraagstukken niet de diepte bereikt van een Yannaras, Harakas of Breck, presenteert het toch heldere en authentiek Orthodoxe richtlijnen voor het ethisch handelen in een moderne samenleving, geheel gestoeld op de bijbelse en patristieke tradities van de Orthodoxe Kerk. Want ook het Orthodox ethisch denken wijkt fundamenteel af van de Westerse Christelijke moraaltheologie, om nog maar niet te spreken van de diverse Westerse filosofische ethische stromingen. Kort gezegd gaan zowel de Westerse Christelijke ethiek als de filosofische ethiek (deze zijn beiden in wezen twee kanten van dezelfde medaille) uit van de mens in zijn gevallen, zondige staat en de 'status quo' van de wereldse samenleving, terwijl de Orthodoxe ethiek uitgaat van de mens zoals hij behoort te zijn in het licht van zijn hoedanigheid als geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, waarbij tegelijkertijd niet de wereldse samenleving centraal staat, maar het Koninkrijk Gods. In het Orthodoxe denken ziet men het Christelijk geloof als een eeuwig fundament en een absolute norm voor het dagelijkse leven, terwijl men zich in het Westen slechts afvraagt hoe je als Christen in de actuele maatschappij zou moeten leven, of met andere woorden: welke elementen van het Christendom kan je gebruiken voor een leven in de actuele samenleving zoals die op een bepaald moment is. Vanuit Orthodox oogpunt is dit bouwen op drijfzand, want de aarde en al haar ijdelheden gaan voorbij, terwijl het Koninkrijk Gods blijft in eeuwigheid. De Orthodoxe ethiek is gebaseerd op de conceptie van de Christelijke perfectie, op het proces van zelfheiliging van iedere mens, de theosis. De mens is geschapen naar het beeld en de gelijkenis Gods. Met de zondeval van de mensheid (de opstand tegen God, of men die nu lokaliseert bij Adam en Eva, de gehele mensheid, of bij iedere individuele mens) is deze gelijkenis en harmonie met God verloren gegaan, terwijl het beeld Gods in iedere mens is blijven bestaan, en zo wordt het hele Christelijke leven als het ware een reis, een pelgrimstocht van het beeld naar de gelijkenis met God. Dat is de Christelijke opdracht van iedere Orthodoxe gelovige, die hij ook maatschappelijk dient waar te maken en waarbij hij tegelijkertijd bijdraagt aan een spirituele omvorming van de maatschappij. Tot slot zij opgemerkt dat men dit "Sociale Concept" niet mag beschouwen als een soort pauselijke encycliek, die gelijk een geloofswaarheid gevolgd dient te worden. Het is de neerslag van het Orthodoxe denken in het algemeen, zoals dat binnen een dynamisch proces door de gehele Kerkgemeenschap wordt doordacht en gedeeld. Zowel in het voorwoord als in het nawoord staat dan ook dat het gaat om richtlijnen, die als lijdraad dienen voor het episcopaat, de geestelijkheid en de gelovigen in de bepaling van hun houding ten opzichte van de onderhavige problematiek. Het betreft hier tevens een discussiestuk dat besproken kan worden in kloosters, kerkelijke opleidingen etc. en dat openstaat voor veranderingen, verbeteringen, of uitbreiding wanneer nieuwe ontwikkelingen daarom vragen. Ook hierin ontwaart men de ware aard van de Orthodoxie. Het geloof is een gezamenlijk geloof dat in de sobornostj, de geestelijke eenheid in Christus, door alle geledingen in de Kerkgemeenschap wordt beleefd en beleden en dat open staat voor iedere uitdaging van buitenaf om zichzelf te herijken en opnieuw te bevestigen in een open dialoog met elkaar en de wereld. Wij nemen ons voor het gehele document in het Nederlands aan te bieden. Na de vertaling van ieder hoofdstuk, zal het aan de tekst worden toegevoegd. Vader
Этот e-mail адрес защищен от спам-ботов, для его просмотра у Вас должен быть включен Javascript
. DE BISSCHOPPELIJKE JUBILEUM SYNODE VAN DE RUSSISCH-ORTHODOXE KERK 13-16 augustus, 2000, Moskou DE GRONDSLAGEN VAN HET MAATSCHAPPELIJK CONCEPT VAN DE RUSSISCH-ORTHODOXE KERK Vertaling: Vader
Этот e-mail адрес защищен от спам-ботов, для его просмотра у Вас должен быть включен Javascript
Aangenomen tijdens de Heilige Bisschoppelijke Synode van de Russisch-Orthodoxe Kerk, presenteert dit document de fundamentele uitgangspunten van haar leerstellingen met betrekking tot de verhouding tussen Kerk en staat, alsmede een aantal belangrijke hedendaagse maatschappelijke problemen. Het geeft tevens de officiële visie weer van het Moskous Patriarchaat ten opzichte van de relaties met de staat en de seculiere maatschappij. En tenslotte geeft het een aantal richtlijnen met betrekking tot deze problematiek, die door het episcopaat, de geestelijkheid en de gelovigen in de praktijk gevolgd kunnen worden. Het karakter van dit document wordt bepaald door de behoeften die gedurende een lange historische periode, zowel binnen als buiten de canonieke grenzen van het Moskous Patriarchaat, in de gehele Russisch-Orthodoxe Kerk zijn gegroeid. Daarom houdt het zich voornamelijk bezig met fundamentele theologische en kerkelijk-maatschappelijke onderwerpen, maar ook met alle andere aspecten van het leven binnen de staat en de maatschappij die voor de gehele Kerk van belang zijn aan het einde van de 20e eeuw en in de naaste toekomst. I. Fundamentele theologische uitgangspunten II. Kerk en natie III. Kerk en staat IV. Christelijke ethiek en het wereldlijk recht V. Kerk en politiek VI. De arbeid en zijn vruchten VII. Eigendom VIII. Oorlog en vrede IX. Criminaliteit, straf, moreel herstel X. Vragen betreffende de persoonlijke, familiaire en maatschappelijke zedelijkheid XI. Persoonlijk en maatschappelijk welzijn XII. Problemen met betrekking tot de bio-ethiek XIII. De Kerk en de ecologische problematiek XIV. Wereldlijke wetenschap, cultuur en opvoeding XV. Kerk en massamedia XVI. Internationale betrekkingen XVII. Het probleem van de globalisering en de secularisatie
|